Ik word er nog een kei in, dacht ik bij
mezelf. Ik zie met mijn tunnelvisus een fractie van wat zij zien, toch deel ik enthousiast wat ik aan
dieren heb gespot. Ik tast in het duister, maar ik blijf in verbinding staan
met wat de kinderen meemaken. De zeeschildpad was al voorbij gezwommen. Een
golfbeweging verraadde de aanwezigheid van een gemiste zeehond. Later was er op
3 uur een stokstaartje en op 10 uur een hyena. De uurwijzers maakten overuren
totdat ik er klaar mee was.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet. Ik zie in soundbytes,
pixels en geurstofjes. Aanwijzingen maken mijn fragmentjes tot een geheel. Een
tijdklok erbij stelt de deadline. De deadline niet gehaald voor de puzzel? Dan
ook geen visuele beloning. In de zoo, maar ook in het wild.
Na al die jaren sta ik nog regelmatig met een
brok in mijn keel, als er weer een kans vervliegt op een visuele herinnering.
De wereld is zo mooi en ik zie deze slechts in flarden, snippers, brokstukjes,
kutstukjes... Ik word er soms f*ing boos om. Maar het is een machteloze woede.
Ik kan er helemaal niets mee.
Het enige wat mij helpt is om met mildheid die
fragmenten te blijven bekijken en er met mijn hoofd en mijn hart weer 1 geheel
van te maken. Alleen zo kan ik nog genieten van ons uitstapje met het gezin. Die
blije snoetjes maken heel veel goed, evenals onze pas aangeschafte jaarkaart.
Ik krijg nog genoeg kansen om de dieren te spotten. De druk is er vanaf. Zie ik
ze vandaag niet, dan zie ik ze misschien volgende week. En zie ik ze in
fragmenten, dan geef ik ze gewoon een kop en een staart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten