zondag 24 maart 2013

Voorjaarskriebels

Het was me een wintertje wel met de zorg voor ons grote gezin in de donkere koude dagen. Wat mij het dan meest frustreert in zo’n winter of eigenlijk het hele jaar door is het gebrek aan ruimte en vrije tijd voor mezelf. Even los van het gezin. Meer dan alleen mama zijn. Mijn toekomstperspectief maar ook mijn levenslust dwingen mij om telkens bewust stil te staan bij wat ik met mijn resterende tijd, waarin ik nog wel iets kan zien, ga doen. En in het voorjaar kriebelt dat bij mij het meest.

Enige tijd geleden blogde ik over mijn herkenning in ‘het meisje zonder plan’ (zie blog 11). En ze zeggen: bewustwording is al het halve werk. Inderdaad, voor het eerst van mijn leven heb ik een plan. Een plan om meer in balans te komen als Maartje en als mama. Voor de duur van anderhalf jaar, totdat de tweeling naar school gaat en er nog 1 thuis zal zijn. Verder vooruit durf ik nog niet te kijken.

Wat ik niet wil is  dat ik mezelf ga verliezen in de slopende baan van het doofblinde moederschap. Een baan waarbij er niets meer van mezelf over kan blijven als ik niet heel goed voor mezelf ga zorgen. Ondergedompeld in de leefwereld van het grote gezin zijn mijn gedachten pas in de stilte van de avond weer van mezelf. En juist dan kan de vermoeidheid mij overvallen als een grote domper op alle creatieve ideeën die ik had willen uitvoeren.

Dus vraag 1) Hoe houd ik meer energie over voor vrijetijdsbesteding in de avonduren? In ieder geval back to basic met een gezonder eet- en leefpatroon met weinig tot geen tussendoortjes, meer sporten en vroeger slapen. Dus blogs schrijven tot diep in de nacht is passé. Verder doet massagetherapie wonderen voor het wegmasseren van mijn spierpijnen en emotionele rotzooi. En ook gesprekken met en zonder partner met het maatschappelijk werk zijn goud voor een betere balans voor mezelf en het gezin.

En vraag 2: wat ga ik dan doen in mijn veroverde schaarse vrije uurtjes? Als men niet zoekt, zult ge het vinden. Juist, op zoek naar tweedehands spullen op Marktplaats, stuitte ik op een betaalbaar tuinhuisje. Snel de deal gemaakt en pas toen begon het te borrelen. Ik durfde te dromen van het oppakken van vroegere hobby’s zoals oude meubeltjes opknappen en beeldhouwen in speksteen en hardsteen. Als het tuinhuis nu mijn werkatelier zou worden, afgesloten van kinderhandjes en kinderstemmetjes? Dan zou ik mijn werk kunnen laten liggen en weer oppakken wanneer ik kan in de vrije uurtjes.



En met Pasen is het zover! Dan gaan wij het tuinhuisje overplaatsen naar onze achtertuin. De eerste opknappertjes wachten al om onderhanden te worden genomen. Een zwarte schommelstoel die al 5 jaar wacht op zijn witroze laklaag voor de meidenkamer. Een oude wijven secretaire die vraagt om te worden gepimpt. En de praktische, pas aangeschafte, kinderbank voor aan de eettafel zal weer gaan glanzen.

En weer valt het mij op hoe fijn het is als je iets hebt om van te dromen en naar uit te kijken. Ik vind dat doodeng, want ik denk dan altijd dat er vast iets mis zal gaan of dat er een kink in de kabel komt. Of dat ik ineens een stuk slechter ga zien, zodat ik dat ook al niet meer kan doen.
Maar hé, het is voorjaar en het kriebelt en het borrelt… En dromen zijn er om bewaarheid te worden. Mijn ideale verf voor het tuinhuis heb ik in ieder geval al gespot bij Moose Färg. Ik verkeer straks in Zweedse sferen in mijn werkatelier. Wat zal ik kiezen: Falu Röd of Skiffer
Grå met Norrland Vit?

zondag 10 maart 2013

Tinten zwarter dan grijs

Nooit gedacht dat ik nog op skeelers zou staan. In 1996 hing ik de schaatsen aan de wilgen, nadat ik had gehoord dat ik zo goed als blind zou gaan worden. Op het ijs liepen toen de tranen over mijn wangen. Ik zou  het later niet meer kunnen en dan kon ik er beter nu maar mee stoppen. Ik dacht toen heel zwart/wit. Als ik mijn leven helemaal aanpas aan mijn visuele beperking, dan hoef ik daarna nooit meer iets in te leveren. Dus de schaatsen deed ik weg, evenals de fiets.

En dan vandaag dus, na 17 jaar, wel op de skeelers. Ze zelf kopen had ik niet snel gedaan. Maar als ik ze in mijn schoot geworpen krijg van mijn buurvrouw, dan kan ik het niet laten om ze toch eens uit te proberen. En het bleek enger dan gedacht. Ik voelde me een compleet wankele reus, die alle gevoel van balans en afstand kwijt was. Schaatsen verleert men niet, ik dus wel met slechter zicht.

Ter plekke bedacht ik een stappenplan om toch weer te leren schaatsen en daar ging ik als een grote meid van 36 jaar langs de zijmuur. Mijn hand langs de muur voor wat stabiliteit en houvast. Net zo lang heen en weer totdat ik me steeds meer steady voelde. Toonde ik wat meer lef, dan deed ik een halve pirouette en oefende ik met remmen. Wie niet waagt die niet wint… En eindelijk kwam daar die aloude schaatsbeweging. Hallo daar, jij was lang weggebleven.

Meteen ben ik onze oudste dochter Bente gaan verrassen bij haar vriendinnetjes. Haar mama - die zelden uit de band kan springen - op de skeelers! En dat gezichtje van haar was onbetaalbaar. Totaal verrast en wat wilde ze mij graag leren skeeleren. Aan de hand van mijn dochter (de omgekeerde wereld) gingen we saampjes de wijde wereld in. Die zorgzaamheid die Bente dan aan de dag legt. Mam, ik hou je vast. Mam, daar staat een paaltje. Vijf jaar oud, maar ze weet maar al te goed wat ik allemaal niet zie… Met de buurmeiden produceerde ze heerlijk wat lachsalvo’s toen ik ettelijke keren de modder indook. Maar eenmaal op het brede fietspad maakten we de fietstunnel onveilig en hadden we een heerlijke zondagmiddag.

Wat mij het meest bij blijft van vandaag is de speelsheid en de zorgeloosheid van het buitenspelen met mijn dochter. Ik voelde me als een kind zo vrij. Iets wat ik eigenlijk niet meer kon, heb ik toch gedaan. Is het roekeloos? Neem ik hiermee teveel risico? Vast.

Alleen ervaar ik de laatste jaren steeds vaker dat niet alles direct voorbij hoeft te zijn. Het leven is niet zwart/wit maar grijs (50 tinten?!). In bepaalde omstandigheden kan ik wel degelijk die skeelers pakken of zelfs de fiets. Wikkend en wegend weliswaar, onnadenkend kan niet meer. Hoe pak ik het aan? Welke routes kan ik wel of niet nemen? En onder welke weersomstandigheden kan ik het? Sterke vermoeidheid, fel zonlicht, regen, sneeuw, schemering, avond, onveilige fiets – en wandelroutes; dan pertinent niet. Maar kan het wel, dan is dat vrijheidsgevoel enorm.

Toch zal die lading er altijd blijven. Een weten dat die zogenaamd terugveroverde vrijheid op een dag ook weer voorbij zal zijn. Dan zal ik opnieuw de skeelers of de fiets inleveren. En dan wordt de wereld wel weer wat tinten zwarter dan grijs.