zondag 28 juli 2013

Voorbij slenterende elefantjes

Lanterfanten... Ik herinner me de lange zomers waarin ik kon lanterfanten. Zes weken lang een beetje luieren, zwemmen, lezen, eten, loom ronddolen, een terrasje pikken, toeristje uithangen. Opgaand in het lome ritme van de zuidelijke zomers. Op vakantie maar ook thuis. Dolce far niente. Heerlijk niets doend. Mijn gedachten die zelf hun weg zochten. Mijmerend over wat voorbij is, dromend over wat nog zou komen. Mijn hoofd leegde zich met groot gemak in het niets. En na de lange hete zomer ging ik weer leeg en fris aan de slag. 

Lan-ter-fan-ten, gek woord eigenlijk. Het lijkt een samenstelling van Franse woorden. Ik zie slenterende elefanten of slenterende enfants. Terrible enfants. Kinderen kunnen goed lanterfanten. Kijk maar eens hoe ze zich kunnen vermaken met een steentje, een takje en wat zand. In de speeltuin of het zwembad gaat het hen ook prima af. Alleen - met toezicht weliswaar, waardoor mijn ogen en oren overuren maken. En ik ben hun mama. Ik wil hen op vakantie meemaken. Hun blije gezichtjes zien wanneer ze van de glijbaan roetsjen.  En dan zie ik 's avonds sterretjes van de vermoeidheid en mijn oren tuiten. Mama, mag ik dit? Mama, wil je me helpen? Mama, ik wil het NU! Kinderen kunnen prima lanterfanteren, maar wel dankzij de zorg en aandacht van hun ouders. 

Wat zou ik ook graag wat van die slenterende elefantjes willen hebben. Die elefantjes lijken maar weg te hollen als ik ze wil grijpen. Lanterfantjes, zo leer ik nu, moet je ook jezelf durven toestaan. Tijdens een fietstocht kunnen we best wat meer tijd nemen voor de lunch op een zandverstuiving. Of als onze jongste Birgit een uiltje knapt, kan ik best wat aan lummelen zonder alvast eten te koken of te bedenken wat we morgen weer gaan doen. 

Hoe langer de zomervakantie duurt, hoe meer ik de gouden lanterfantjes zie komen. Al zou ik liever een hele lange dag willen lanterfanten of het liefst dagen achtereen. En ik zou ook wel willen dat het me dan voor mijn lanterfantjes niet uitmaakt of de kinderen er wel of niet bij zijn. Voor nu, als compromis, ben ik ook wel tevreden met de enkele gouden voorbijslenterende elefantjes. 

dinsdag 2 juli 2013

Meneer Met De Snor

Als klein meisje van net 3 jaar ging ik elke dag in de taxi. Bij Meneer Met De Snor. Een aardige man met een grote donkere snor, waarvan ik - zo staat het mij nog bij - een oranje poppetje in een luciferdoosje kreeg. Later werd het de rode Achttax schoolbus met andere schoolgenootjes als Remko, Roland en Elly. Het waren lange schooldagen op De Voorde, waar we in een taalbad werden ondergedompeld. Alles was taal. Gebarentaal was uit den boze. Ik herinner me een kerstuitvoering waar ik schijnbaar als Maria de pop Jezus vasthield aan zijn been. Ik herinner me mijn eerste kookles, waarbij ik gehaktballetjes mocht maken voor de tomatensoep. En ik herinner mij de speciale tafelopstelling in een halve kring met op elke tafel een microfoon. Je kon praten als je het knopje ingedrukt hield. Zelf had ik een hoorkastje dat in een zakje op de hemd zat vastgenaaid. Er waren dieren in de klas, op z'n minst een hamster. Welke school had dat toen? Ik ging al vroeg op schoolkamp en deed als 6-jarige Moordenaartje, al knipogend. Het was een mooie en een gelukkige tijd. 

Mijn klasje op De Voorde in 1983. Ik sta linksboven.   

Maar toen kwam het moment daar dat ik klaar was met deze mooie schooltijd op De Voorde. Dit is een school met speciaal onderwijs voor onder meer slechthorende kinderen. Ik ging een klas overslaan van klas 1 naar klas 3. Ook sprak ik beter in de schoolvakanties dan tijdens de schoolweken. Ik nam de spraak over van mijn klasgenootjes, waar niet alleen slechthorende kinderen zaten maar ook kinderen met een spraakgebrek. Mijn moeder zou onverantwoord bezig zijn om mij naar het reguliere onderwijs te laten gaan, zo vond men. En toch ging het me goed af. Ik haalde hoge cijfers. Mijn spraak was bijna of niet meer te onderscheiden van mijn horende klasgenootjes. En bovenal, ik kreeg eindelijk speelvriendjes en -vriendinnetjes in de buurt. Nooit meer lange dagen van half 8 tot half 5. Ik heb gewoon kunnen buitenspelen als ieder kind. Twee jaar geleden sprak ik mijn oude juf en die vertelde mij dat dankzij mij het schoolbeleid werd gewijzigd. Kinderen konden sindsdien overstappen naar de reguliere basisschool, tenzij... Dat was mooi om te horen. 

Nu herhaalt de geschiedenis zich met onze Lara. Lara is slechthorend en zal net als ik ook een taalbad gaan krijgen op De Voorde. Op een andere dependance dan ik. We namen er een kijkje en ik werd overvallen door de fijne sfeer, de aandacht voor een goede hooromgeving met goede akoestiek en geavanceerde hoorsystemen in de klas, nieuwe lesmethoden, assertiviteitstraining en er is zelfs ondersteuning met NMG (Nederlands Met Gebaren!). Wat een veranderingen en dan bedoel ik het heel positief. 

Ik zag er de welbekende schriftjes voor de communicatie met het thuisfront. In mijn tijd was het een schriftje waar mijn moeder en de juf een correspondentie onderhielden over mijn vooruitgang. Nu is het een kleine multomap, met heuse fotorapportages van de gedane activiteiten op school en ouders plaatsen op hun beurt soms ook hun weekendfoto's in de map. Mijn terugkomst via mijn dochter op De Voorde - als moeder dit keer - voelt voor mij als een warm welkom thuis. 

Het reguliere onderwijs is veel minder warm en beschermd en amper ingesteld op kinderen met een hoorbeperking. Ik ben er kind geweest, dat zeker. Ik heb er de speeltijd van mijn leven gehad. Maar achteraf begon toen toch voor mij een tijd van op mijn tenen lopen om de lessen te volgen evenals de communicatie onderling. Ook was er een dosis lef en doorzettingsvermogen voor nodig om vriendjes te krijgen en lol te maken, tijdens en na schooltijd. En waar de basisschool voor mij nog makkelijk te doen was, werd de middelbare school veel pittiger. Het was best knokken om mezelf staande te houden. Maar dat zeg ik nu pas, bijna 20 jaar later.  

En toch vind ik dat onze Lara na het warme taalbad op De Voorde op termijn over zal mogen of moeten gaan naar de gewone basisschool, om voldoende tijd te krijgen om mee te leren komen voor de grote school zich aandient. Om zich staande te leren houden in de horende wereld. En als zij even slim is als ik, dan zal zij HAVO of VWO in het reguliere onderwijs kunnen volgen. Er is voor dove en slechthorende jongeren geen VWO mogelijkheid in het speciaal onderwijs. 

In overleg met de school komt er dus ooit het moment dat we voor de keuze staan. Het is een andere tijd. De technologische mogelijkheden voor deze generatie van nu zijn zoveel groter. Had ik maar die digitale hoortoestellen, de Ipad of Whatsapp maar gehad! En onze dochter heeft misschien een ander karakter dan ik. En we weten nu al dat Lara een visuele beperking krijgt dat hinderlijk kan beginnen te worden in de puberteit. Ik wist het pas na de middelbare schooltijd. En wat we ook weten is dat er voor Lara geen Meneer Met De Snor hoeft te zijn. Of een rood taxibusje. Zij krijgt wel zeeen van speeltijd na school. De school staat bij ons achter, in de volgende wijk... 


N.B. We zijn nog in afwachting van de indicatie, maar de verwachting is dat Lara per 2 september naar De Voorde kan gaan. Lara is dan net 3 jaar. De Voorde gaat vanaf 1 januari 2015 onderdeel uit maken van Kentalis (organisatie voor diagnostiek, zorg en onderwijs voor mensen met beperkingen in horen en communiceren.